Kinderen beginnen hun schoolloopbaan niet met dezelfde bagage. Hun rugzakken zijn gevuld met uiteenlopende ervaringen, kwetsbaarheden en achtergronden. Tijdens hun schoolloopbaan worden zij geconfronteerd met heel wat drempels die hen beletten om volwaardig van hun recht op onderwijs te genieten.
Eén van die drempels zijn schoolkosten. Onder schoolkosten vallen onder meer handboeken, werkboeken, drukwerk, vervoerkosten, ICT en schoolactiviteiten. Hoge schoolkosten hebben zowel een directe als een indirecte impact op leerlingen die in armoede opgroeien: het kan ertoe leiden dat zij niet beschikken over al het materiaal dat ze nodig hebben én het kan hun school- en studiekeuze beïnvloeden, met belangrijke gevolgen voor de rest van hun levensloop.
“Ik heb heel veel richtingen af mogen vinken omdat het te duur was. Dus dat heeft me wel tegengehouden.” (Yassin, 17 jaar)
Dat hoge en onbetaalde schoolfacturen schuldgevoelens en schaamte met zich meebrengen, horen we in de getuigenissen van Yassin en Selina (beiden 17 jaar).
“Ik wil die richting doen, dus dat is mijn fout dat ik die richting wil doen, dat dat zoveel kost.” (Selina, 17 jaar)
“Het kind kan daar niets aan doen. Maar toch voel je die schaamte van ‘oei, dat is nog niet betaald.’” (Yassin, 17 jaar)
“De leerkrachten hebben mij aangesproken over onbetaalde rekeningen. (…) Dan roepen die dat voor heel de klas.” (Selina, 17 jaar)
Annabel Cardoen (Welzijnszorg) schuift enkele beleidsaanbevelingen naar voor om hoge schoolkosten tegen te gaan, zodat jongeren op school geen nadeel ondervinden van hun socio- economische thuissituatie. Binnen het middenveld is een brede consensus om ook in het secundair onderwijs de maximumfactuur in te voeren. Daarnaast moeten studietoelagen hoog genoeg zijn en aangepast zijn aan de kosten van studierichtingen, zodat zij de reële studiekosten dekken.
“Kwaliteitsvol onderwijs is een belangrijke hefboom om armoede te voorkomen en ongelijkheidsmechanismen te doorbreken.” (Annabel Cardoen, Welzijnszorg)
De drempel die hoge schoolkosten vormt, werpt een licht op een bredere problematiek: onderwijs is veel minder dan we zouden willen een motor van sociale gelijkheid. De drempels in de maatschappij en in het onderwijssysteem zelf maken dit onmogelijk. De coronacrisis zette de ongelijkheden tussen leerlingen sterk in de verf.
“Eigenlijk is de coronacrisis een zegen om heel scherp te krijgen wat de uitdagingen zijn.” (Piet Van Avermaet, Universiteit Gent)
“De coronacrisis was ook een eye-opener voor het beleid.” (John De Plecker, departement Onderwijs & Vorming)
Door de coronacrisis nam de digitalisering in het onderwijs een hoge vlucht. De toenemende digitalisering brengt kansen maar ook heel wat risico’s met zich mee. Digitale exclusie is één van de uitdagingen waar het onderwijs voor staat om haar rol in het doorbreken van sociale ongelijkheid waar te maken.
“Tijdens corona zijn onze leerlingenbegeleiders tot de constatatie gekomen dat twee derde van onze studenten geen laptop ter beschikking had.” (Kim Goossens, GO! Talent Dendermonde)
“Er is nu een kader voor digitaal onderwijs in het secundair onderwijs en we gaan dit van dichtbij monitoren.” (John De Plecker, Departement Onderwijs & Vorming)
Ook wat betreft de opleiding en professionalisering van leerkrachten zijn er heel wat winsten te boeken. Piet Van Avermaet (Universiteit Gent) pleit er dan ook voor om hier meer middelen voor vrij te maken.
“Bij bijna alle leerkrachten zijn er zeer lage gevoelens van bekwaamheid wat betreft omgaan met kinderrechten en om alle leerlingen te laten excelleren.” (Piet Van Avermaet, Universiteit Gent)
“Wij voelen dat de rugzak die leerkrachten meekrijgen als zij afstuderen anders is dan vroeger, maar dat kan ook zijn omdat de maatschappij verandert.” (Kim Goossens, GO! Atheneum Dendermonde)
Het debat rond de rol van het onderwijs in de strijd tegen sociale ongelijkheid gaat in haar essentie ook over wat de doelstelling van het onderwijs zou moeten zijn. Naast het bijbrengen van kennis heeft onderwijs ook een emancipatorische doelstelling, benadrukt Piet Van Avermaet. Hij stelt vast dat het realiseren van die tweede doelstelling enorm onder druk staat. Bovendien is de manier waarop scholen kennis bijbrengen cruciaal om hun emancipatorische rol waar te maken.
“De wijze waarop we kennis ontsluiten in het onderwijs houdt onvoldoende rekening met het feit dat leerlingen verschillende soorten sociaal en cultuur kapitaal hebben.” (Piet Van Avermaet, Universiteit Gent)
Tot slot was er een belangrijke oproep vanuit de onderwijspraktijk.
“Ik vraag aan degenen die boven ons beslissen: kom alsjeblieft wat meer op de werkvloer, dan zal je weten wat er leeft en aan de hand is.” (Kim Goossens, GO! Atheneum Dendermonde)