Dit is het verhaal van Demi die als vijftienjarig meisje nietsvermoedend in de klauwen terecht van een Antwerpse tienerpooier. Demi is op dit moment negentien jaar en vertelt over de gruwel die ze heeft meegemaakt. Hieronder lees je Demi’s verhaal over de periode in haar leven dat haar jeugd zou moeten voorstellen.
Demi heeft een moeilijke jeugd achter zich. Als tiener werd ze in een jeugdinstelling geplaatst wegens misbruik binnen het gezin. Op ondersteuning van haar moeder heeft ze nooit kunnen rekenen, die had tijdens Demi’s jeugd zelfs een contactverbod. Met haar vader heeft ze geen contact. Hij verblijft in de gevangenis. Haar ouders hebben steeds een minimale rol gespeeld in haar leven. Demi vat het als volgt: “Mijn moeder vraagt altijd om geld. Nooit vraagt ze eens hoe het met mij gaat”.
Demi verbleef graag in de jeugdinstelling en vindt tot op vandaag nog altijd steun bij haar vroegere begeleiders. “Zij luisterden naar mij en keken naar mij om. Ik kreeg ook inspraak in de beslissingen die werden genomen”
Toen Demi vijftien jaar werd, ging ze op kamertraining. Haar verblijf verliep toen moeizamer. Er was nauwelijks inspraak en Demi voelde zich geremd om te spreken over wat er gebeurde. Er was ook niemand die vroeg wat er aan de hand was. Niemand die zag dat er iets scheelde. “Ook al was het duidelijk dat het niet goed met me ging.”
Via de meisjes die daar zaten, leerde Demi een jongen kennen uit Antwerpen. “In het begin had ik niet door dat hij onbetrouwbaar was. Hij stuurde me lieve berichtjes en kocht cadeautjes. Ik liep regelmatig voor hem weg uit de instelling. Ik loog dat ik even sigaretten ging halen. Vlak bij de poort wachtte hij met zijn auto. Hij nam me mee naar Antwerpen.”
Demi bleef lange periodes onvindbaar. Ze was toen bij haar loverboy. Die gaf haar de mooiste schoenen, duurste kleren, betaalde haar kapper en trakteerde haar op uitjes naar de nagelsalon. “Maar dat stopte plots. Toen was hij niet meer zo lief. ‘Je denkt toch niet dat dit allemaal gratis is? Voor al die luxe moet je werken’.”
Haar vriend bleek een tienerpooier te zijn die haar verplichtte om haar lichaam te verkopen. Door de jaren heen dwongen verschillende pooiers Demi daartoe. “Je hebt in feite niet veel andere keus: als je weigert, sturen ze je weg. Ze weten heel goed dat meisjes zoals ik niet naar hun ouders of familie kunnen. En terug naar de instelling wil je ook niet.” De pooier dreigde zelfs om Demi’s vriendinnen pijn te doen. “Hij wist de namen van de andere meisjes uit mijn instelling. Als ik niet meewerkte, dan kon hij hen vinden.” Als dat alles niet hielp, dan restte de pooiers nog bruut geweld. “Een keer stak een jongen mijn haar in brand. Het was verschroeid tot aan mijn nek.”
Demi moest beginnen met vijf klanten per dag. Al snel trok haar pooier het quotum op naar twaalf. “De pooier regelde afspraken via advertenties op het internet. Ik moest vaak naar een hotel gaan, waar de klant al een kamer had gereserveerd. De meeste klanten waren deftig: advocaten, rechters … zelfs opa’s die vertelden over hun kleinkind. Maar je maakt me niet wijs dat ze niet wisten dat ik minderjarig was. Wie dat beweert, liegt.”
Voor haar contact met de pooiers was Demi een ijverige studente met goede cijfers. Door haar slachtofferschap kon ze niet langer naar school. Eenmaal ze het milieu kon ontvluchten, kreeg ze hierdoor een C-attest. Haar spijbelen werd bestempeld als ‘ongewettigd afwezig’. Die beslissing werd aangevochten door haar vertrouwenspersoon Saskia. “Een kind een C-attest geven omdat ze opgesloten zat in een appartement en gedwongen werd om zich te prostitueren, dat kan niet.” De jeugdrechter gaf hen gelijk. Zo kon Demi haar jaar afmaken en studeerde ze af met een A-attest. School is voor haar altijd belangrijk geweest. “Ik miste mijn school en de leerlingen enorm”. En dat was ook wederzijds. “Op het einde van het jaar schreven ze mij brieven waarin ze me lieten weten dat ze het heel leuk vonden met mij in de klas”.
Demi was voordien ook lid en leidster van de Chiro. Dat heeft ze moeten stopzetten. “Ik kon niet blijven, dat was veel te gevaarlijk voor de leden van de Chiro. Ik heb uitvluchten moeten zoeken.” Demi vertelde dan maar dat de groep aan wie ze moest leidinggeven haar niet meer lag en dat ze daardoor niet meer kon komen.
“Als iemand mij zou vragen wat mijn gelukkigste herinnering is aan mijn jeugd, dan kan ik niet antwoorden. Je lichaam verkopen maakt niet gelukkig.” Demi is nu 19 en heeft eindelijk kunnen breken met het milieu van de pooiers. “Achteraf besef ik pas hoe hard de jeugdrechter zijn best deed voor mij. Als hij mij destijds opsloot in Mol, kon ik hem wel neerschieten. Pas nu begrijp ik dat hij zo handelde om mij te beschermen.”
Op dit moment ontvangt Demi een leefloon, maar veel is dat niet. “Veel geld gaat naar sigaretten. Na een politieverhoor heb ik zo veel stress, sigaretten helpen mij dan”. Het overige gedeelte van het geld gaat naar de huur en eten. Mentaal en fysiek is Demi op. Ze eet weinig en slaapt heel veel. Met haar vragen kan ze gelukkig terecht bij Saskia. Demi beschouwt haar als de enige persoon bij wie ze terecht kan. “Verder heb ik niet de behoefte om vragen te stellen. Niemand zal trouwens het antwoord kunnen geven op mijn vragen. Enkel de politie weet de antwoorden, maar zij mogen niets zeggen.”
Een dokter had Demi niet tijdens haar contact met de pooiers. Momenteel heeft ze een vaste dokter die ze om de twee weken ziet. “Het is echt een goede dokter, iemand die ervaring heeft met meisjes zoals ik.”
Demi heeft gelukkig definitief kunnen breken met het verleden en ze wil dat zo houden. “Als ik nu een jongen leer kennen dan laat ik hem eerst helemaal screenen door Saskia. Dat wat ik heb meegemaakt wil ik nooit meer.”
Studeren of werken is voor Demi momenteel geen optie. De politieverhoren en het onderzoek naar de daders zijn volop bezig en dat vergt inspanningen die gepaard gaan met veel stress. Wel denkt Demi aan de toekomst. Op termijn wil ze graag opvoedster worden. Een droom die momenteel nog even wordt opgeborgen. De eerste stap voor Demi is om de gebeurtenissen een plaats te geven en emotioneel rust te vinden. Voor het geven van getuigenissen staat ze altijd paraat. Hiermee hoopt ze het onderwerp bespreekbaar te maken en ondersteuning te bieden aan meisjes die hetzelfde meemaken.
Voor de bescherming van het slachtoffer, werd de naam Demi uitgekozen als schuilnaam. Nog altijd bestaat voor haar de angst om gecontacteerd en onderdruk gezet te worden door de pooiers. Het onderzoek naar de daders loopt nog altijd. Voor Demi is het onduidelijk wanneer de processen en politieverhoren eindelijk zullen stoppen. Tot die tijd moet ze dagelijks beschikbaar zijn voor de politie en daarbij is er telkens de vrees voor verdere confrontaties met het verleden.
Momenteel wordt Demi opgevangen door journaliste Saskia Van Nieuwenhove, een journaliste die al jaren bericht over de jeugdzorg en het jeugdbeleid. Sinds 2007 vangt Saskia meisjes op die het slachtoffer zijn van pooiers. Als ervaringsdeskundige volgt ze de kwetsbare jongeren op en ondersteunt ze hen waar ze kan. Om Saskia hierin te ondersteunen werd vzw Ne(s)t opgericht. Die vzw bestaat uit een groep vrijwilligers die een aantal taken op zich nemen. Dat gaat van hulp bij het huishouden tot fundraising en gespecialiseerde begeleiding.